beween me beklaag me
ik ben slecht geweest onder
een zwarte maan geboren
in het uur van de hond
gezoogd door de zonde
geplaagd door het beest
en verteerd door de schuld
lig ik hier zo naakt
in mijn broze botten
het pus uit mijn wonden
trekt een slijmerig spoor
beween me beklaag me
ik adem en moet voort
*geïnspireerd door een gedicht van karin beumkes:
Zet Wee (zonder woorden )
Straks komt lompe Hannie met de klauw
ik kan niet slapen
mijn wangen vangen brand
op dit waterrijk eiland ben ik beland
met twee kleine ogen en een dode mond
we sliepen daar ook in een bed
steeds voelde ik de winterbijen aan mijn tenen
de matrassen wiegden vochtig van de zeik
van Kabouter Spin
Ik mocht hem graag
al was het reuze komisch
dat hij zo`n last had
van zijn zwakke bolle blaas
zag voortdurend het krampachtig
smoelwerkje boven mijn houten deken
Ik had het goed bekeken
ik mocht slapen bij twee bloemen in een vaas
ook hen mocht ik meteen
ze heetten Janny en Heleen
`s ochtends deelden wij na de kleine gong
I Tjing,- daarna voerden ze mij liters apekooi
oh boy oh boy owwwwww boy
wat was mijn leven aaaaaakelig moy.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten