(ominous music)
(crickets chirping)
(floor creaking)
(deep croaking)
(twig snapping)
(rock thudding)
(woman panting)
(static crackling)
(ominous music)
(crickets chirping)
(floor creaking)
(deep croaking)
(twig snapping)
(rock thudding)
(woman panting)
(static crackling)
dit gedicht biedt ruimte
aan de blauwe lucht
een stralende zon
een onbewolkt gemoed
en aan de einder gloort troost
meer is niet nodig
maar godsamme
wat een kutgedicht
met dank aan karin beumkes voor de titel
er was een rivier
aan de rivier lag een dijk
een lage toren stak er
schuchter bovenuit
god is hier veel
maar geen opschepper
dat is zeker heumen
zei ik want er was verder
niets te zien of zeggen
verkeerde rivier snoof jij
en ik moest mijn mond houden
als ik het toch niet wist
zo waren wij op weg
naar nergens en zelfs dat
kwam niet dichterbij